Mijn misplaatste facebook-reiger
Eigenlijk ben ik niet zo’n facebooker. Ik lees af en toe wat berichtjes van anderen en reageer zo nu en dan met een enthousiast duimpje of hartje. Soms zet ik een wervende aankondiging op mijn facebook-pagina over een optreden van mijn band BENDER: ‘wees erbij!’ Berichten die door steeds dezelfde trouwe vrienden worden geliked. Daar ben ik ze, ze mogen ‘t best weten, dankbaar voor. Want, wat is een berichtje zonder ‘like’?
Heel gemiddelde activiteiten dus van een onopvallende gebruiker, tenminste zo schat ik mijzelf in. Ik plaats geen foto’s van onze bloedjes van kinderen of van de Broccoli-ovenschotel die ik zo heerlijk heb bereid. Dat zit niet in mij. En ik ga ook geen zogenaamde ‘uitdaging’ aan waarmee ik 40 dagen 40 foto’s van mijzelf ‘moet’ plaatsen. Van: ‘Lieve mensen, Albert-Jan heeft mij uitgedaagd om de komende veertig dagen élke dag een foto van mijzelf als artiest te plaatsen’. En daarmee wordt dan eigenlijk gezegd: ‘Ik doe dit NIET omdat ik het wil, maar omdat mij dat nu eenmaal is gevraagd en omdat ik geen spelbreker wil zijn’. ‘Ja, ja’, denk ik dan. 40 foto’s in 40 dagen. Ik kan dit soort uitdagingen niet anders zien als een verkapte poging om jezelf ’s lekker pontificaal in beeld te brengen. Niet dat dat erg is, zeker niet, dit kan heel vrolijk en leuk zijn en daar is facebook ook voor, maar ik heb ‘t dan toch liever dat mensen hier open en bloot en zonder spoor van valse bescheidenheid voor uitkomen. Mensch durf te leven! Toch?
Maar goed, wat ik al zei, ik ben dus al met al een heel zedig facebookgebruiker die slechts af en toe een berichtje leest of plaatst. En één die lid is van enkele facebook-groepen, dat had ik nog niet verteld, zoals een groep voor schrijvers en dichters en een groep voor Nederlandstalige chansons. Kort geleden ben ik lid geworden van een bijzonder sympathieke groep van louter Haarlem-fans, waarin aandacht is voor alles en iedereen die met ons mooie Haarlem te maken heeft. Als lid krijg je dan dagelijks de verrukkelijkste foto’s van Haarlem op je mobiele schermpje, vaak uit vroeger tijden.
Onlangs was er een foto gepost van de poffertjeskraam van Victor Consael, die in de jaren ’70 op het Houtplein stond. Dat was, dat zag ik meteen, de poffertjeskraam waar ik als klein jochie wel ‘s met mijn opa kwam! Mooie herinneringen gingen stante pede met me aan de loop. Of een plaatje van de Grote Markt vol met historische automobielen. Toen auto’s nog werden gemaakt enkel en alleen met het ijdele doel om de mensheid te verleiden. Veel nostalgie dus. Maar ook af en toe een foto uit onze huidige tijd. Van een omgevallen boom in het Ramplaankwartier of een bericht over het beeldje van Kortjakje dat door een stel onverlaten van haar sokkel was getrokken. Met vaak opvallend veel bewogen, betrokken en enthousiaste reacties tot gevolg. Een eenvoudige foto van een sloepje op het Spaarne bij zonsondergang kan gerust rekenen, zag ik, op enkele honderden likes en bijna evenzoveel opgetogen opmerkingen. Om jaloers op te worden. Als een beetje facebook-gebruiker droom je daarvan!
Toen ik laatst een stevige wandeling maakte langs stadsrivier het Spaarne werd ik gegrepen door een majestueuze reiger bovenop een lantaarnpaal. Ik pakte onmiddellijk mijn camera en zette het dier op de digitale plaat. Werkelijk waar, vond ik zelf, een mooiere foto had ik in jaren niet gemaakt. En direct voelde ik de hevige aandrang om dit moois ook meteen met iedereen te delen. En op dat moment dacht ik natuurlijk aan mijn toegewijde vrienden van de Haarlemse facebook-groep!
Met trots poste ik vervolgens – het was mijn eerste bijdrage aan deze groep – mijn magnifieke reiger met het welluidende onderschrift: ‘Reiger, vanmiddag gespot op de Zuid Schalkwijkerweg langs het Spaarne’.
Binnen een mum van tijd kwamen de eerste reacties binnen. Met enige gespannenheid las ik:
- ‘Ja, en?’
Vervolgens de 2e opmerking:
- ‘Eens’. Bekrachtigd met een ‘verbluft’- emoji
Dat was kennelijk een reactie op de 1e reactie, begreep ik. En de3e:
- ‘Hoezo, dit?
Ik wist niet hoe snel ik mijn reigerfoto van facebook moest verwijderen, bang dat ik in deze groep het mikpunt van spot en ironie zou worden. En dat wilde ik niet. Niet om deze foto.
Toch was ik enigszins van mijn stuk gebracht. Ik was echt onder de indruk geweest van deze reiger en dat had ik willen delen. Maar kennelijk waren mijn Haarlemse vrienden hier niet van gediend.
Langzaam drong het tot mij door dat een reiger niet typisch Haarlems is. En een lantaarnpaal ook niet. Niemand kon aan de foto zien dat het tafereel in Haarlem was vastgelegd, ook al had ik dat er bijgeschreven. Een foto van dezelfde reiger naast ‘De Adriaan’ had mogelijk meer waardering opgeleverd. Maar toch.
Soms denk ik, als ik ’s nachts ineens wakker schrik: mijn vrienden in Haarlem hadden het plaatje toch ook eenvoudig door kunnen scrollen? Ze hadden er niet op hóeven te reageren? Toch?
En soms denk ik: als ik ‘m niet meteen had verwijderd was er misschien wél iemand geweest die de foto van de reiger mooi had gevonden. Misschien had die ‘m wél geliked…
Lees ook het boek ‘De wereld wacht op mij’ van Bert Vissers, uitgegeven door Uitgeverij Indeknipscheer (november 2019). Zie www.dewereldwachtopmij.nl
Reageren kan via info@dewereldwachtopmij.nl
Reacties zijn gesloten.